Bedieningspaneel
2
3
5
4
1
1
Faxknoppen. Gebruik de faxknoppen om de meest gebruikte faxinstellingen te wijzigen. Raadpleeg
Faxen
voor
informatie over het gebruik van de faxknoppen.
2
Alfanumerieke knoppen. Met de alfanumerieke knoppen voert u gegevens in op het bedieningspaneel van de all-in-
one en kiest u telefoonnummers voor het faxen. Voor informatie over de alfanumerieke knoppen kunt u
Faxen
raadplegen.
3
Menuknoppen en annuleerknop. Met deze knoppen kunt u menuopties kiezen, de status van de all-in-one controleren
en de huidige taak annuleren.
4
Kopieerknoppen. Met deze knoppen kunt u veelgebruikte standaardinstellingen wijzigen en de kopieerfunctie starten.
Zie
Kopiëren
voor instructies bij de kopieerfunctie.
5
Scanknoppen. Met deze knoppen kunt u documenten scannen naar een e-mail of een map. Zie
Scannen
voor instructies
bij de scanfunctie.
8
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de all-in-one
NLWW