Een fax opnieuw afdrukken
Als een fax niet is afgedrukt omdat de printcartridge leeg is of omdat de fax is afgedrukt op de verkeerde
soort afdrukmateriaal, kunt u de fax opnieuw afdrukken. De hoeveelheid beschikbaar geheugen bepaalt
het huidige aantal faxen die zijn opgeslagen voor het opnieuw afdrukken. De meest recente fax wordt
als eerste afgedrukt, de oudste fax die is opgeslagen wordt als laatste afgedrukt.
Deze faxen worden continu opgeslagen. Door het opnieuw afdrukken worden ze niet uit het geheugen
gewist. Zie
Faxen uit het geheugen verwijderen
om de faxen uit het geheugen te wissen.
Faxen opnieuw afdrukken
U kunt een fax als volgt opnieuw afdrukken:
Opmerking
U hoeft deze procedure niet uit te voeren als de fax niet wordt afgedrukt vanwege
van een papierstoring of omdat het papier op is. In deze gevallen worden de ontvangen faxen in
het geheugen opgeslagen. Zodra u het vastgelopen papier hebt verwijderd of papier hebt
bijgevuld, worden de faxen automatisch verder afgedrukt.
1.
Druk op
Menu
op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.
Druk eenmaal op de knop
>
. Faxfuncties verschijnt.
3.
Druk op .
4.
Gebruik de knop
<
of
>
totdat Ltste opn. afdr. verschijnt.
5.
Druk op . De fax die als laatste is afgedrukt, wordt opnieuw afgedrukt.
Opmerking
U kunt het afdrukken op elk willekeurig moment stopzetten door op
Annuleren
te
drukken.
VOORZICHTIG
Als deze optie is ingesteld op Uit, kunnen onjuist afgedrukte of vervaagde
faxen niet opnieuw worden afgedrukt.
De instellingen voor het opnieuw afdrukken van faxen wijzigen
De standaardinstelling voor het opnieuw afdrukken van faxen is Aan. U wijzigt deze instelling als volgt
op het bedieningspaneel van de all-in-one:
1.
Druk op
Menu
op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.
Gebruik de knop
<
of
>
om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op .
3.
Gebruik de knop
<
of
>
om Ontv. instell. te selecteren en druk vervolgens op .
4.
Gebruik de knop
<
of
>
om Faxen opnieuw afdrukken te selecteren en druk vervolgens op .
5.
Gebruik de knop
<
of
>
om Aan of Uit te selecteren en druk vervolgens op .
208
Hoofdstuk 11 Hoe kan ik?
NLWW